Overweging

Laten  wij met blijdschap de geboorte 

der heilige maagd Maria vieren.

Zo luidt de tekst van twee antifonen op deze feestdag. De vreugde en de blijdschap die in deze teksten doorklinken, zijn kenmerkend voor de Mariaverering, zowel voor de liturgische teksten op haar feestdagen, als voor de vele hymnen en gebeden, waarin de christelijke traditie van vele eeuwen de moeder van ons heil vereert. Maria die als geen ander vervuld is van de blijde boodschap, is inderdaad de oorzaak van onze blijdschap, de bron van onze vreugde. O verheugde Maagd, glorie van allen die verheugd zijn, verblijd mij met de blijdschap van uw Zoon, blijdschap die in eeuwigheid niet ophoudt. De feestdag van Maria Geboorte heeft heel bijzonder dit kenmerk van vreugde. Het motief dat de eeuwen door de liturgische viering van dit feest beheerst heeft, vinden we in de antifoon van het Magnificat van de vespers van deze dag: “Uw geboorte, o Maagd, kondigde vreugde aan voor geheel de wereld”. De kerkvader Johannes Damascenus (Johannes van Damascus + 754) preekte al het volgende op deze dag: “Nu is het heil van de wereld begonnen. Dat geheel de aarde juicht voor de Heer. Ja, zingt en jubelt en laat de snaren van de citer klinken. Geboren is de moeder van God, uit wie zal voortkomen het Lam, dat de zonden van de wereld wegneemt”.  Aan de verbreiding van dit feest in het westen, ligt een even invloedrijke als zinrijke legende van vreugde ten grondslag. Deze legende vertelt, dat de geboortedag van Onze Lieve Vrouw lange tijd onbekend was. Jaren achtereen, steeds op 8 september, vernam een heilig man bij het mediteren een overgrote vreugde en feest bij de engelen in de hemel. Toen hij God nederig bad hem te openbaren wat de reden hiervan was, werd hem geantwoord, dat Maria op deze dag geboren was. Tevens ontving hij de opdracht aan de mensen te zeggen, dat zij op deze verjaardag van Maria deel moesten hebben aan de vreugde van de engelen. Dionysius de Karthuizer (1402-1472), die in een preek op Maria Geboorte ook deze legende verhaalt, versterkt dit vreugdemotief nog met een blij licht, als hij zegt: “Driemaal viert de Kerk een geboortedag, te weten: van Johannes de Doper, van Maria en van Christus. Johannes was de morgenster, want zoals deze ster aan de opkomst van de zon voorafgaat, zo heeft hij als eerste in het openbaar over Christus gepredikt; Maria was de dageraad; de geboorte van Christus was de zonsopgang, omdat in Hem de afglans van de Vader is verschenen”. Wat in Maria de oorzaak van de blijdschap is, werd door de christelijke traditie ook altijd erkend als de oorzaak van de eigen vreugde van Maria. Daarom klinkt in lofgezangen en antifonen ter ere van Maria altijd het “Gaude et laetare”, ofwel “Verheugt en verblijdt u”. En heeft Maria niet zelf die blijdschap beleden, toen zij in het Magnificat zong: “Mijn geest jubelt van vreugde in God, mijn heil”? De Kerk zingt het haar in het Ave Regina steeds na: “Gaude virgo gloriosa”, ofwel “Verheugt u, roemrijke maagd”. Zij doet dit ook in het “Regina caeli, laetare, alleluja”, “Koningin des hemels verheugt u, alleluia”. Dit is ook het geval, wanneer zij in het lied “Tota pulchra es”, ofwel “Geheel schoon zijt gij”,  het volgende zingt: “Tu laetitia Israël” d.w.z. “Gij vreugde van Israël”. In de zesde eeuw zongen de christenen van het westen: “Gaude Dei Genitrix: Verheugt u, moeder van God en onbevlekte maagd; die de Vreugde van de engelen” – dit is Jezus Christus – “hebt ontvangen; verheugt u, die de afglans van het eeuwig Licht hebt voortgebracht; verheugt u, moeder; verheugt u, heilige maagd en moeder van God”.In het oosten bereikten vele teksten tot Maria deze oproep tot vreugde hun hoogtepunt. Zo bad men in het “Organum Mariae”: “Verheugt u, gij vol van genade! Verheugt u, fontein van het water des levens! Verheugt u, rank van de wijnstok, waaraan de gezegende druif rijp werd, waaruit de vrucht der heerlijkheid” – Jezus Christus – “voortkwam! Verheugt u, tabernakel van het Licht! Verheugt u, gouden wierookvat, dat het vuur van de Godheid draagt! Verheugt u, hemel, die de zon der gerechtigheid hebt gebaard! Verheugt u, zuivere akker, waarin de tarwe ontkiemde!” Maria, blijde en vreugdevolle moeder, laat ons vandaag in blijdschap uw verjaardag vieren; laat ons blij zijn om uw vreugde. Oorzaak van onze blijdschap, laat ons in uw vreugde delen en verkrijg voor ons, door uw voorspraak, de eeuwige vreugde. Door Christus, uw Zoon, onze Heer. Amen

 Tekst ontleend aan „Meditatieboek voor kloosterlingen“, samengesteld door dr. Mathias Goossens O.F.M., uitgeverij J. Gottmer, Haarlem, Antwerpen, blz.967-969.